Lessen 3D



Les 3: 3D werkstuk

Doelen:

- De leerlingen leren een werkstuk in 3D te maken, wat aan een aantal eisen moet voldoen
- De leerlingen leren eerst duidelijk te ontwerpen en hierna pas te maken
- De leerlingen leren rekening te houden met meerdere materialen

Voorbereiding:
- Kippengaas

- Een nijptang
- Papier. (gekleurd en blanco A4 papier)
- De materialen die de leerlingen willen gebruiken kunnen uit het magazijn gekozen worden
- Behanglijm
- Krantensnippers

Beginsituatie:
- De leerlingen weten al hoe ze dingen moeten ontwerpen.

- De leerlingen weten waar de Pop art stroming voor staat.
- De leerlingen weten nog niet precies wat voor een werk de kunstenaren van deze stroming allemaal maakten.

Duur van de les: 70 minuten

Inleiding
( 10 minuten)

De leerlingen zitten aan hun tafels en luisteren naar de docent. De docent vertelt over de komende les. Hij zal eerst de leerlingen motiveren door te vertellen over dat we wat gaan bouwen vandaag. En niet zomaar iets, maar iets met kippengaas. En misschien wel het leukste van deze les, de leerlingen mogen zelf ook nog twee andere materialen bedenken die ze nodig hebben en bij het bouwwerk dat ze gaan maken, maar het kippengaas blijft het hoofdmateriaal. Dit betekent dat de andere materialen niet de overmacht mogen hebben in het werkstuk. De docent geeft de instructie en koppelt hierbij terug op de voorgaande twee lessen. Ook laat de docent het beeldmateriaal wat bij de voorgaande  lessen hoort zien zodat de leerlingen weer weten wat de kunstenaar ook al weer maakte in deze tijd. Verder verteld de docent de eisen van het werkstuk. Dit doet de docent van tevoren zodat de leerlingen niet alvast wat gaan bedenken om te maken en dan achteraf te horen krijgen dat het niet mag. De eisen waar het werkstuk aan moet voldoen zijn:
- Er mag niet meer dan 25 bij 25 hokjes van 1 bij 1 centimeter kippengaas gebruikt worden.
- Er moet minimaal 2 ander materiaal bij betrokken worden.
- Het werkstuk moet Pop art trekjes hebben. (de leerlingen weten wat dit zijn door de uitleg van de voorgaande twee lessen)
- Het werkstuk moet bekende vormen/merken bevatten die slaan op de moderne consumptie maatschappij.  
Verder is er nog een belangrijke eis aan het werkstuk. Deze eis is dat de leerlingen het werk van Andy Warhol moeten bestuderen en terug laten komen in hun werkstuk. Dit betekent dat er niets wordt nagemaakt, maar dat de leerlingen zich door Warhol laten inspireren.

Kern( 50 minuten)
De leerlingen gaan de opdracht maken. Ze beginnen met het ontwerpen van alles op papier. Als ze niet meer weten wat Warhol allemaal maakte dan kunnen zij dit op zoeken op internet. Als de leerlingen iets opzoeken moet eerst door de docent worden goedgekeurd of dit materiaal bruikbaar is. Hierna gaan de kinderen het eigen ontwerp op schaal tekenen. De leerlingen zetten de afmetingen en het materiaal bij de juiste plek neer van het ontwerp. De leerlingen gaan hierna aan het werk met het maken van het werkstuk. De docent loopt ondertussen rond en vraagt de leerlingen reflecterende vragen. Vragen als: “Wat is er fout gegaan en hoe ga je het oplossen?” en “Waar is je werkstuk op gebaseerd?” zijn voorbeelden van reflecterende vragen.
Als de leerlingen allemaal goed op weg zijn en de les bijna voorbij zal de docent aangeven dat er bijna opgeruimd moet worden. De werkstukken die aan het einde van de les nog niet klaar zijn mogen later afgemaakt worden. Dit zullen er best veel zijn.

Afsluiting ( 10 minuten)
De les wordt afgesloten met een korte samenvatting van de stof die door de leerlingen is gebruikt. Dit wordt echter niet door de docent verteld, maar door de leerlingen. De leerlingen zetten een voor een hun werkstuk op een tafel voor in de klas en vertellen kort maar krachtig waardoor ze zijn geïnspireerd, wat het moet voorstellen, waarvan het is gemaakt en waarom ze voor dit materiaal hebben gekozen. Mocht het werkstuk nog niet helemaal klaar zijn dan vertellen de leerlingen ook nog wat er verder moet gebeuren en hoe het eruit moet komen te zien.
Als de werkstukken allemaal af zijn kan de docent ervoor kiezen het hierbij te laten of naar een museum te gaan met een Pop art collectie om de lessenserie af te ronden. Een goed museum hiervoor is het Stedelijk museum van Amsterdam. Dit museum heeft ook kunstwerken van aansluitende kunststromingen. Dit is zeker handig voor de leerlingen om te zien wat het verschil is tussen pop art en de andere stromingen en waarom en wanneer deze stroming ontstond. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten